Geprogrammeerde instructie: Het behaviorisme

Geprogrammeerde instructie: Het behaviorismeHoofdstuk 2 van de syllabus 'Krachtige leeromgevingen' gaat over de belangrijkste leertheorieën. De eerste moderne leertheorie is het behaviorisme, een psychologische stroming die ontstond begin 19de eeuw. Ze stelt dat gedrag het resultaat is van leerprocessen die plaatsvinden door interacties tussen een individu en zijn omgeving. Volgens het behaviorisme wordt menselijk gedrag bepaald door externe stimuli en de reacties daarop, zonder dat er rekening wordt gehouden met interne mentale processen zoals gedachten, gevoelens en bewustzijn.

Belangrijke figuren binnen het behaviorisme zijn Ivan Pavlov, John B. Watson, Edward Thorndike, en B.F. Skinner. Deze wetenschappers hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van twee belangrijke vormen van conditionering:

1. Klassieke conditionering: Geïntroduceerd door Ivan Pavlov, waarbij een natuurlijke reflexreactie wordt geassocieerd met een nieuwe stimulus. Een bekend voorbeeld is Pavlovs experiment waarbij honden begonnen te kwijlen bij het geluid van een bel omdat dit geluid eerder was geassocieerd met voedsel.

2. Operante conditionering: Ontwikkeld door B.F. Skinner, waarbij gedrag wordt beïnvloed door de consequenties die eraan verbonden zijn. Gedrag dat wordt beloond, heeft de neiging om te worden herhaald, terwijl gedrag dat wordt gestraft, neigt af te nemen.

Het behaviorisme heeft een sterke invloed gehad op de psychologie, vooral in de eerste helft van de 20ste eeuw. Hoewel het in zijn zuiverste vorm minder prominent is geworden, blijven bepaalde principes en technieken van het behaviorisme van invloed op onderwijs, therapie en gedragsanalyse.